Commentary

Japan trekt zich van niets of niemand iets aan

dinsdag, 05 Jan, 2016

Japan trekt zich van niets of niemand iets aan

Commentaar door Gary Stokes, Director Sea Shepherd Azië

Stel je voor dat criminelen zelf kunnen beslissen welke wetten ze gehoorzamen en waar ze immuun zijn voor vervolging. Een wereld waar winst en nationale trots belangrijker zijn dan de wetenschap en de wereldconsensus. Dat zou een pseudo-wetteloze wereld opleveren, waar criminele organisaties letterlijk boven de wet staan.

Succesvolle uitslag van de stemming voor de bescherming van haaien tijdens de CITES 2013. Japan zette ‘onder voorbehoud’ in, en erkent daardoor de uitslag van deze stemming niet. Helaas is dat precies de wereld waarin we vandaag de dag leven. De criminelen zijn de grote bedrijven die regeringen aansturen; dezelfde regeringen die internationale overeenkomsten, verdragen, moratoria en conventies ondertekenen.

In 2013 zag ik hoe geschiedenis werd geschreven tijdens de CITES (Conventie van Internationale Handel in Bedreigde Soorten) CoP16 vergadering in Bangkok. Onder veel van de soorten die de beschermde status kregen, waren vijf haaiensoorten en twee soorten reuzenmanta’s. Toen de stemmen werden uitgebracht en de overwinning werd bezegeld, explodeerde de hal door gejuich van blijdschap van diegenen die hard hadden gevochten om de bescherming van deze bedreigde soorten voor elkaar te krijgen. Nadat de hysterie was geluwd, zetten vijf landen echter in wat bekend staat als ‘onder voorbehoud’, wat betekent dat deze landen de nieuwe status van bescherming niet erkennen.

Wat is het nut van internationale bijeenkomsten waar beslist moet worden wat wordt beschermd, als landen kunnen besluiten dat het hen niet uitkomt? Het maakt de hele onderneming een complete verspilling van tijd en geld, als de landen die zich terugtrekken in de meeste gevallen precies dezelfde landen zijn die profiteren van het doden van deze soorten. En die soorten in de richting van uitsterven drijven. De vijf landen die ‘onder voorbehoud’ gezet hadden op de nieuw toegevoegde haaien waren Japan, IJsland, Denemarken, Guyana en Jemen.

Toen de wereld tijdens de CITES besloot bepaalde walvis- en dolfijnensoorten te gaan beschermen, besloot Japan zich terug te trekken.
Japan plaatste ‘onder voorbehoud’ voor de blauwe vinvis, de gewone vinvis, de potvis, de bultrug, de dwergvinvis, de Antarctische dwergvinvis, de Noordse vinvis, de Bryde walvis, de omurawalvis, de noordelijke butskop, de zwarte dolfijn evenals de Irrawaddy en de Australische Snubfin dolfijn.

Toen de wereld tijdens de CITES besloot om bepaalde haaiensoorten te gaan beschermen, besloot Japan zich terug te trekken.
Japan plaatste ‘onder voorbehoud’ voor de grote witte haai, de walvishaai, de reuzenhaai, de grote hamerhaai, de gladde hamerhaai, de geschulpte hamerhaai, de haringhaai en de witpunthaai.

Toen de wereld tijdens de CITES besloot alle zeepaardjes te gaan beschermen, besloot Japan zich terug te trekken.

Toen het Internationale Gerechtshof Japan's zogenaamde ‘wetenschappelijk walvisjachtprogramma’ veroordeelde, besloot Japan zich terug te trekken.
De Japanse regering heeft de rechtsmacht van het ICJ over zaken die betrekking hebben over, onder andere, de walvisjacht, afgewezen.

In 2012 diende Australië een zaak in tegen Japan voor het Internationale Gerechtshof, het hoogste rechtscollege van de Verenigde Naties. Australië beweerde dat het ‘wetenschappelijk onderzoeksprogramma’ van Japan gewoon een dekmantel was voor de commerciële walvisjacht en geen wetenschappelijk onderzoek was, zoals Japan beweerde. Japan maakte gebruik van een maas in het moratorium op de commerciële walvisjacht van de IWC (Internationale Walvisvaart Commissie) uit 1986, die wetenschappelijk onderzoek waarbij walvissen worden gedood toestond, met quota voor de afzonderlijke landen afhankelijk van hun wetenschappelijke behoeften. Bij de hoorzitting van het ICJ in maart 2014, verklaarde de woordvoerder van het Japanse ministerie van Buitenlandse Zaken, Noriyuki Shikata, dat Japan “de rechtsorde respecteert en zich zal houden aan de beslissing”.

Met een ruime meerderheid van 12 tegen 4 stemmen oordeelde het Internationaal Gerechtshof tegen Japan. Japan heeft zich aan de uitspraak van de rechtbank tegen het JARPA 2-programma gehouden. Echter, Joji Morishita, de woordvoerder van Japan voor de 90 leden tellende IWC, beweert dat de uitspraak van het ICJ het doden van walvissen niet uitsluit voor Japan, maar alleen een sterkere wetenschappelijke verantwoording van deze slachting vereist. Het ICJ verklaarde en oordeelde eigenlijk dat het programma niet in het kader van wetenschappelijk onderzoek was en dat Japan misbruik maakt van een wetenschappelijke vrijstelling in het internationale moratorium op de walvisvangst uit 1986. Zij concludeerde dat Tokio een commerciële jacht voerde en de wetenschap als een vijgenblad gebruikte.

Japan heeft inmiddels een nieuw en herzien dodelijk wetenschappelijk onderzoeksprogramma gepresenteerd, NEWREP-A genaamd. Het rapport uit 2015 van de Wetenschappelijke Commissie van de IWC vond dat het nieuwe voorstel onvoldoende informatie bevatte voor zijn panel van deskundigen voor een volledige herziening, en vermeldde het extra werk dat Japan moest doen om deze lacunes op te vullen. Zonder een verder oordeel af te wachten, heeft de Japanse walvisvloot de haven in december verlaten, met de bedoeling om walvissen te slachten in een walvisreservaat.

En weer, net als bij CITES, heeft Japan een verklaring afgegeven aan het ICJ, waarin het land de rechtsmacht van het Internationale Gerechtshof over bepaalde zaken afwijst, met inbegrip van ‘onderzoek aan of instandhouding, het beheer of de exploitatie van levende rijkdommen in de zee’.

De verklaring aan het ICJ gaat niet alleen over de walvisjacht, maar heeft ook betrekking op de gehele wereldwijde vissersvloot van Japan. Dit betekent dat het ICJ in de toekomst niet kan worden opgeroepen door een natie in verband met een van de vissersvloten van Japan, evenals zijn walvisjachtprogramma's. Dit zou over de hele wereld alarmbellen moeten laten rinkelen bij regeringen die zich bezighouden met illegale, ongeregistreerde en ongereguleerde visserij (IOO).

Minister-president Shinzo Abe heeft het belang van ‘de rechtsstaat’ in het oplossen van internationale geschillen benadrukt, maar de Japanse regering is kieskeurig in welke van deze wetten zij wenst te erkennen.

“We moeten zorgen voor de veiligheid van de scheepvaart, onze maritieme belangen verdedigen in onze territoriale wateren en exclusieve economische zone (EEZ), en dergelijke, 
en er tegelijkertijd voor zorgen dat we aan komende generaties ‘open en stabiele zeeën’ nalaten, volgens de regels van de wet. Het is in het belang van de gehele internationale gemeenschap dat alle zeeën blijven gehandhaafd als een 'gemeenschappelijk goed', dat is bereikt door de regels van de rechtsorde.

Bovendien, omdat we gebruik maken van onze zeeën, moeten we actief werken aan de oplossing voor klimaatverandering en andere mondiale vraagstukken, waardoor we een ontwikkeling in harmonie met natuurbehoud creëren."

De boodschap van Minister-president Shinzo Abe ter gelegenheid van "Marine Day" op vrijdag 18 juli 2014. Lees zijn volledige toespraak hier:  http://japan.kantei.go.jp/96_abe/statement/201407/20140718uminohi.html)

Minister-president van Japan, Shinzo Abe, zei dat hij zeer teleurgesteld was door het verbod op de walvisjacht, maar dat Japan zou gehoorzamen aan de uitspraak van het ICJ. 

Hoe kan minister-president Shinzo Abe het ‘nalaten van open en stabiele zeeën aan komende generaties’ garanderen, als de regering van Japan weigert om wetenschappers en regeringen van de wereld te erkennen, ten gunste van hun eigen winst en consumptie. In aanvulling hierop: de Japanse regering pompt momenteel 300 ton radioactief water uit Fukushima de Stille Oceaan in, daarbij volledig voorbijgaand aan gemeenschappelijke belangen wereldwijd.

Hoe kan minister-president Abe verwachten dat de wereld Japan serieus neemt over zaken zoals het geschil over de Zuid-Chinese Zee, als zij ervoor kiest om zich niet te houden aan internationale verdragen of rechterlijke uitspraken die niet in het straatje passen van Japan? De voornaamste bondgenoot van Japan in de Zuid-Chinese Zee, de Verenigde Staten, hebben zich al in een compromitterende positie geplaatst door te verklaren dat ze alleen de rechtsmacht van het ICJ zullen accepteren op een case-by-case basis. De VS gaan ook het VN-zeerechtverdrag (UNCLOS) bekrachtigen, waardoor niet meer tegen China opgekomen kan worden.

Een andere bondgenoot van Japan in het geschil over de Zuid-Chinese Zee zijn de Filippijnen, die op dit moment China's maritieme claims in een territoriaal geschil voor het Internationale Gerechtshof uitvechten. Als die beslissing in het voordeel van de Filippijnen uitvalt, zal China vrijwel zeker die uitspraak negeren, waarschijnlijk onder verwijzing naar de bondgenoot van de Filippijnen, namelijk Japan, als een voorbeeld van een natie die de rechtsstaat negeert als en wanneer het uitkomt.

Wat China lichtelijk in haar voordeel heeft is dat, in tegenstelling tot de Filippijnen en Japan, China nooit de bindende rechtsbevoegdheid van het Internationale Gerechtshof heeft erkend. Als zodanig hoeft het zich niet te houden aan uitspraken van het ICJ. Landen erkennen op vrijwillige basis de rechtsmacht van het Internationale Gerechtshof en China besloot dat niet te doen. Niet dat dit de actie van China rechtvaardigt, maar het is tenminste duidelijk. Wat Japan heeft laten zien met betrekking tot de uitspraak van het Internationale Gerechtshof over de wetenschappelijke walvisvangst is dat Japan zégt dat het zich houdt aan de beginselen van de rechtsstaat, maar er toch voor kiest de hoogste rechtbank in de wereld te negeren als het hen niet uitkomt.

Dit zal waarschijnlijk in het voordeel van China zijn, ook als het gaat om het geschil met Japan over de Diaoyu / Senkaku-eilanden. De spanningen stijgen over deze onbewoonde eilanden sinds een gewapend Chinees kustwachtschip deze week de territoriale wateren van de eilanden binnenkwam.

In tegenstelling tot Japan, heeft China geen ‘onder voorbehoud’ bij de CITES ingezet. Momenteel stemt China er dus mee in om alle CITES-beschermingsstatussen te handhaven, hoewel China erkent dat het heel moeilijk zal zijn om 100 procent effectief al haar grenstoegangspunten te bewaken. Er zijn wel al verschillende high profile smokkelaars betrapt in de afgelopen jaren door de Chinese grenscontrole-instanties, dus er is zeker goed werk geleverd in dit opzicht.

De tijd zal leren hoe het geschil over de Zuid-Chinese Zee zal aflopen, maar het consequent terugtrekken van Japan uit uitspraken van internationale instanties wanneer het hen uitkomt, zal hen niet helpen hun integriteit te waarborgen op het wereldtoneel, en velen in Japan zullen zich afvragen of de walvisjacht het slechte internationale imago van het land echt de moeite waard is.

Delen

Gerelateerde teksten