Commentary

Walvissen en de absurditeit van een diplomatieke oplossing

woensdag, 24 Feb, 2010

 

Commentaar door Paul Watson
 

Er is door politici in Australië, Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten en Japan heel veel gesproken over de mogelijkheid van een ‘diplomatieke oplossing’ om het debat over het doden van walvissen in de Zuidelijke Oceaan op te lossen. De minister van Buitenlandse Zaken van Nieuw-Zeeland, Murray McCurry heeft aangegeven dat een diplomatieke oplossing ‘de snelste uitweg is uit dit probleem.’ Maar wat houdt dit daadwerkelijk in?

Als Japan erop staat meer walvissen te doden in het walvisreservaat in de Zuidelijke Oceaan en Australië houdt vast aan een nulquotum, hoe kan er dan ooit sprake zijn van een oplossing?

Het zou logisch moeten zijn dat als het walvisreservaat in de Zuidelijke Oceaan een ‘reservaat’ is, zoals vastgesteld onder internationale wetgeving, dat men dan toch geen diplomatieke rechtvaardiging kan vinden voor de schending van dit reservaat? Een reservaat staat gelijk aan een nulquotum. Als Australië geen voorstander wil zijn van de herroeping van de status van het reservaat, dan kan het niets méér accepteren dan een nulquotum.

De diplomatiek heeft gedurende 23 lange jaren behoorlijk gefaald. Japan heeft geen centimeter toegegeven met hun koppige vasthoudendheid om walvissen in niet alleen het walvisreservaat in de Zuidelijke Oceaan te stropen, maar ook in de territoriale wateren van het Australische Antarctisch Territorium. Zo snel is die diplomatiek dus niet!
De diplomatiek heeft echter voor Japan prima gewerkt, door de impasse gewoonweg te verlengen waardoor Japan jaar na jaar doodleuk walvissen doodt in gebieden die ervoor bedoeld zijn de dieren juist te beschermen.

De Japanners beschouwen de Zuidelijke Stille Oceaan als hun persoonlijke jachtdomein.
En er zit meer aan vast dan alleen de walviskwestie waardoor de Japanners in alle staten zijn over dit strijdpunt. Het is hun manier om stoom af te blazen aangaande hun lang gekoesterde gevoelens van woede, vernedering en gekrenkte trots vanwege de nederlaag van Japan door de geallieerden in 1945.

We zien nu dezelfde onverzoenlijke koppigheid waarmee de Japanse soldaten op de Pacifische Eilanden doorvochten, terwijl de oorlog al tientallen jaren was afgelopen.
Wij als verdedigers van walvissen voelen geen vijandigheid richting de Japanners. We hebben de Noren, IJslanders, Sovjets en walvisvaarders van de Faroër eilanden net zo veel tegengas gegeven. We hebben ons zelfs verzet tegen walvisvangst door Indianen en in 1978 vochten we tegen de Australische walvisvaarders in West –Australië.

Helaas promoot de Japanse walvisindustrie het idee dat wij anti-Japanse gevoelens hebben. Ze blazen de vlammen van het Jingoïsme op om haat te zaaien gericht op iedereen die het leven van een walvis wil redden. Met andere woorden, veel Japanners beschouwen de bescherming van walvissen tegenwoordig als een terroristische daad. Dit is sowieso het standpunt dat verspreid wordt door het Instituut voor Onderzoek naar Walvisachtigen. Beschuldigingen van racisme door Japan zijn buitengewoon belachelijk gezien het feit dat westerlingen door de Japanners openlijk ‘Gaijin’ genoemd worden, wat barbaren betekent.

Denk je eens in wat er zou gebeuren als Amerikanen of Australiërs de Japanners ‘barbaren’ of ‘wilden’ zouden noemen. 
Ik ben in Japan geweest en heb racisme toegepast zien worden op manieren die in Westerse landen niet getolereerd zouden worden. In Japan heb je cafés en restaurants waar de toegang voor niet-Japanners verboden is. Ik kan me niet voorstellen dat een Amerikaans etablissement ermee weg zou komen de toegang op basis van ras te verbieden, maar in Japan is dit heel gewoon.

De Japanners maken graag de vergelijking met de slechte wijze waarop de Indianen of de Aboriginals zijn behandeld, waarbij ze vergeten hoe betreurenswaardig ze zelf de Ainu, de oorspronkelijke bewoners van Japan, hebben behandeld. Onder Keizer Meiji zijn de Ainu met harde hand geassimileerd, hun taal en cultuur werden hun ontnomen en hun land gestolen.
En alsof dat nog niet erg genoeg was, hebben de Japanners de Chinezen hetzelfde aangedaan. Wat voor propaganda de Japanse walvisindustrie ook uitspuugt, we worden niet gedreven door raciale verhoudingen.Beschuldigingen dat we anti-Aziaten zijn, zijn absurd. We hebben Japanse en Chinese bemanningsleden op onze schepen en ik heb zelf een dochter die half Chinees is.

Het feit dat ik me inspan tegen walvisvaart, overbevissing en andere zaken aangaande wilde dieren, heeft niets te maken met de Japanners als ras, en alles met de activiteiten waarmee de Japanse mensen onherstelbare schade aan het marine ecosysteem toebrengen.

Sea Shepherd richt zich niet op de Japanse illegale activiteiten omdat het om Japanners gaat: we richten ons op die activiteiten omdat ze illegaal en destructief zijn.
We doen hetzelfde bij de Canadezen die zeehonden slachten, de Noren en IJslanders die walvissen afslachten, de wereldwijde handel in haaienvinnen door China, de overbevissing op kabeljauw, tonijn, zalm en vele andere diersoorten die bedreigd worden met uitsterven door menselijke uitbuiting. De aanklacht van racisme wordt steeds vaker gebruikt om de vernietiging van diersoorten en woongebieden te verdedigen.

Onze campagne voor de blauwvintonijn wordt ook al ‘racistisch’ genoemd omdat Japan de voornaamste afnemer is van blauwvintonijn. Japan weigert te accepteren dat blauwvintonijn een bedreigde diersoort is, net zoals de Canadese vissers weigerden te accepteren dat de Noordelijke kabeljauw bedreigd werd tot de dag dat de visserij in elkaar klapte. Dat was in 1992, de visserij heeft zich nog steeds niet hersteld en het is niet de verwachting dat dit zal gebeuren omdat andere soorten de plaats van de kabeljauw hebben ingenomen voor deze werd uitgeroeid door de hebzucht van de visindustrie. 
Maar de Japanners kunnen ons noemen wat ze willen. Ik leef niet bij de regel dat politieke correctheid het uitroeien van een diersoort rechtvaardigt.

Als het gaat om het reduceren van de diversiteit in onze oceanen en op het land, dan is er maar een ras verantwoordelijk en dat is het menselijk ras. Ongeacht iemands huidskleur zal Sea Shepherd opkomen voor elke bedreigde diersoort die het slachtoffer is van cultureel imperialisme van een individu, stam, gemeenschap of natie. Er is nooit een culturele rechtvaardiging voor het bijdragen aan uitroeiing van een diersoort of vernietiging van een habitat of ecosysteem. 
Er kan nooit een diplomatieke oplossing worden bedacht. Dat is onmogelijk, want het slaat nergens op. Zolang het gebied is aangewezen als reservaat, mag er binnen deze grenzen op geen enkele walvis worden gejaagd.

Alleen een ecologische oplossing is mogelijk. Het doden van walvissen in de Zuidelijke Oceaan moet verboden worden.

Delen

Gerelateerde teksten